15 x mooiste steden langs de sprookjesroute: In het spoor van de Gebroeders Grimm

Volledige reisgids kopen voor € 10

15 x mooiste steden langs de sprookjesroute: In het spoor van de Gebroeders Grimm

5 juli 2021 in Duitsland0 reacties

Op de Duitse sprookjesroute waan je je even in een heel andere wereld. Er hangt een magische sfeer en om elke hoek lijkt een nieuw mysterieus verhaal je op te wachten. De sprookjesroute verbindt de mooiste plekjes die aan de beroemdste sprookjes gelinkt kunnen worden. Van de geboorteplaats waar de Gebroeders Grimm hebben geleefd tot de Bremer stadsmuzikanten!

Kan je ook niet wachten om aan je sprookjesavontuur te beginnen? Lees meer over de Duitse sprookjessteden en download alvast onze gratis preview reisgids Sprookjesroute Duitsland!

Inhoud artikel

  1. Bremen en haar stadsmuzikanten

De stad Bremen ligt in het noordwesten van Duitsland, en is een oude handelsstad. Je kan het zeker niet vergelijken met Berlijn maar wie houdt van pittoreske, Hanzesteden in Duitsland, zit hier zeker goed! Bezoek er het stadhuis en de kathedraal, het zijn dé pronkstukken van de stad. Een bekend symbool van de stad is dan ook het beeld van de Bremer stadsmuzikanten.

Wil je graag een gegidste wandeling in Bremen maken? Bekijk hier de tours en rondleidingen in Bremen.

  1. Hamelen, de stad van de Rattenvanger

Hamelen ligt tussen de prachtige heuvels van het Weserbergland, de perfecte vertrekplaats voor mooie wandelingen, trek- en fietstochten of tochtjes met de boot. De stad ontstond zo'n 1200 jaar geleden en heeft een prachtig historisch centrum. Hamelen is natuurlijk het meest bekend om het middeleeuws volksverhaal, de Rattenvanger van Hamelen. In het Duits staat de figuur uit het volksverhaal bekend als “Der Rattenfänger von Hameln”.

Wil je graag zoveel mogelijk van de stad ontdekken? Download onze stadswandeling door Hamelen. De wandeling zal wat meer licht werpen op dit intrigerende verhaal, maar ook op de echte geschiedenis van de stad. De route laat je de charmes van Hamelen ontdekken, het is de ideale leidraad om de stad te verkennen bij een eerste bezoek. Zo wandel je langs de belangrijkste bezienswaardigheden en attracties van de stad.

In het verhaal is de rattenvanger een personage dat veelkleurige (of 'bonte') kleding droeg en met zijn fluit de ratten uit de stad weglokte. De burgemeester stemde ermee in hem 100 gouden Dukaten te betalen voor zijn diensten. Hierop lokte de rattenvanger alle ratten uit de stad weg om ze vervolgens in de Wezer te laten verdrinken. Maar de burgemeester verbrak zijn belofte en weigerde de rattenvanger te betalen. De bonte fluitspeler zwoer toen wraak te nemen. Hij kwam terug naar de stad en speelde op z’n fluit, dit keer om de kinderen van de stad te betoveren in plaats van de ratten. Zo leidde hij bijna alle kinderen weg waarna ze nooit meer teruggezien werden. Of ze nu stierven of naar een prachtig land werden gebracht, de verhalen zijn hierin nogal verschillend.

De oorsprong van het verhaal, en of het al dan niet een historische basis heeft, is niet direct geweten. De vroegste versie van het verhaal is vermoedelijk afkomstig uit de stad zelf. Het stond op een glas-in-loodraam in de kerk van Hamelen. Deze kerk werd in 1660 verwoest, maar verschillende geschreven versies van de legende zijn nog steeds bewaard gebleven, zoals een kleurrijk geklede fluitspeler en enkele in het wit geklede kinderen. Interessant is dat de ratten pas in 1559 aan het verhaal werden toegevoegd en in eerdere versies van het verhaal nog niet aanwezig waren. Het verhaal werd gepopulariseerd en verspreid door onder andere Johann Wolfgang von Goethe, de gebroeders Grimm en Robert Browning.

  1. Gieselwerder, Sneeuwwitje en de zeven dwergen

Gieselwerder is de ideale plek om het verhaal van Sneeuwwitje en de zeven dwergen op te frissen. Dit oude, pittoreske mijnwerkersdorpje wordt omgeven door zeven heuvels. Aan de westelijke rand van Gieselwerder vind je een openluchtmuseum waar schaalmodellen staan van kastelen en paleizen, watermolens, kerken en stadhuizen uit lang vervlogen tijden die allemaal heel precies nagebouwd werden. Er vallen ongeveer zestig schaalmodellen te zien. Ga ook zeker even naar het Sneeuwwitjeplein in het hart van het dorp en mis het weefmuseum niet.

Het verhaal begint met een koningin die uit een raam zit te staren naar het besneeuwde landschap. Ze prikt met een naald in haar vinger en drie druppels rood bloed vallen op de vers gevallen sneeuw op de zwarte vensterbank. Ze wenst een dochter met een huid zo wit als sneeuw, lippen zo rood als bloed, en haar zo zwart als ebbenhout. Enige tijd later bevalt ze van haar dochter en noemt haar Sneeuwwitje. De koningin sterft kort daarna.

Sneeuwwitjes vader, de koning, trouwt een jaar later opnieuw. Zijn nieuwe vrouw is een mooie, maar boosaardige vrouw die aan hekserij doet. Ze heeft een magische spiegel waaraan ze telkens opnieuw vraagt wie de mooiste van het land is. Elke dag antwoordt de spiegel dat zij dat is tot op de dag dat Sneeuwwitje zeven jaar wordt. Op die dag roept de spiegel het meisje voor het eerst uit tot de mooiste van allemaal. De razende en jaloerse koningin geeft een jager de opdracht om Sneeuwwitje mee te nemen naar het bos, haar te doden en haar hart terug te brengen. Maar hij spaart haar en geeft de koningin in de plaats het hart van een wild dier.

Sneeuwwitje dwaalt door het bos en komt bij een klein huisje terecht waar zeven dwergen wonen. Er is niemand thuis en ze beslist er te eten, te drinken en alle bedden uit te testen. Het laatste bed is zo comfortabel dat ze in slaap valt. De dwergen komen terug en wanneer ze haar verhaal doet, beslissen de dwergen dat ze bij hen mag blijven en hun dienstmeisje mag worden. Sneeuwwitje stemt daarmee in en blijft er 10 jaar lang. De koningin dacht al die tijd dat ze van Sneeuwwitje verlost was, maar wanneer ze op een dag met haar spiegel spreekt, ontdekt ze het verraad van de jager. De koningin komt ook te weten dat het meisje zich bij de dwergen schuilhoudt en besluit om Sneeuwwitje zelf te doden.

Eerst komt de koningin naar het huisje vermomd als marktkramer en biedt ze Sneeuwwitje zijdezachte kanten korsetten aan als cadeau. Ze rijgt het korset zo stevig vast dat Sneeuwwitje flauwvalt, maar de dwergen komen net op tijd terug om haar te bevrijden. Na die mislukte poging vermomt de koningin zich als kammenverkoopster en geeft ze Sneeuwwitje een mooie, maar vergiftigde kam. Opnieuw komen de dwergen net op tijd thuis om de kam uit haar haar te halen. De derde keer keert de koningin terug vermomd als boerin en geeft ze Sneeuwwitje een vergiftigde appel. Sneeuwwitje aarzelt om het geschenk aan te nemen, maar ze doet het toch als de koningin een hap neemt van de onvergiftigde kant. Sneeuwwitje neemt een hap van de giftige kant en valt in een doodslaap. De dwergen leggen haar, in de veronderstelling dat ze dood is, in een glazen kist.

De volgende dag stuit een prins op de glazen kist en hoort het verhaal van de dwergen. Hij en zijn hovelingen beslissen om haar kist mee te nemen naar haar vaders kasteel. Terwijl ze de kist dragen, glijdt een van de hovelingen uit, de kist valt en de vergiftigde appel komt los uit de keel van Sneeuwwitje. Ze komt op magische wijze weer tot leven.

Natuurlijk worden Sneeuwwitje en de prins verliefd op elkaar en besluiten ze te trouwen. Maar dat is niet het einde van het verhaal. In de Grimm-versie leert de koningin via haar spiegel dat de bruid van een prins de mooiste van allemaal is. Als ze ontdekt dat die bruid niemand minder dan Sneeuwwitje is, probeert ze haar opnieuw te doden, maar de prins slaagt erin haar poging te verijdelen. Als straf voor haar misdaden beveelt de prins haar een paar roodgloeiende ijzeren muiltjes te dragen en erin te dansen tot ze dood is. Nu de boze koningin is verslagen, kunnen Sneeuwwitje en de prins met elkaar trouwen en nog lang en gelukkig leven.

  1. Oedelsheim, de stad van de Gelaarsde Kat

Niet zo ver van Gieselwerder ligt Oedelsheim, de thuisbasis van de Gelaarsde Kat. Een reusachtig houten beeld van dit personage bij het dorpsmuseum verwelkomt bezoekers. Rondom het dorpje werd een wandelpad uitgestippeld dat aangegeven wordt met uitgehouwen wegwijzers waarop de Gelaarsde Kat afgebeeld staat.

Wil jij ook graag de Duitse sprookjessteden bezoeken? Download onze rondreis langs de Sprookjesroute in Duitsland en mis geen enkel plekje.

Het verhaal van de Gelaarsde Kat is een ander bekend sprookje van de gebroeders Grimm. Er was eens een molenaar met drie zonen, een ezel en een kat om muizen te vangen in de molen. Toen de molenaar stierf, liet hij de molen na aan zijn oudste zoon, de ezel aan de tweede zoon, en de kat aan de jongste zoon. De jongste van de drie was bedroefd en vroeg zich af hoe de kat hem in het leven kon helpen. Hij zei dat hij een paar bonthandschoenen van zijn pels zou maken, maar de kat begreep hem en zei: "Maak geen handschoenen van mijn pels. Maak in de plaats een paar laarzen voor mij zodat ik naar buiten kan gaan en onder de mensen kan komen. Dan zal je snel geholpen worden." De zoon was verbaasd, maar deed precies wat de kat hem opdroeg en liet een paar laarzen maken. Toen ze klaar waren, trok de kat ze aan, nam een zak koren en ging op twee benen als een mens de deur uit.

In die tijd regeerde een koning over het land. Hij at ontzettend graag patrijzen en de bossen zaten ermee vol, maar de vogels waren op hun hoede en geen jager kon ze te pakken krijgen. De kat bedacht een plan. Hij ging naar het bos, legde er zijn zak koren open op de grond en verstopte zich achter een struik. De patrijzen kwamen aan en doken in de zak om het graan op te eten. De kat lokte de vogels in de val en kon ze op die manier vangen. Hij bracht ze naar de koning in naam van zijn baasje, naar wie hij verwees als de markies van Carabas, een machtig man. De gelaarsde kat werd beloond met zoveel goud als hij kon dragen. Hij ging terug naar huis met het goud en de zoon van de molenaar zag hem natuurlijk graag komen. De kat herhaalde zijn list keer op keer met succes, bracht de gevangen patrijzen naar de koning en werd als snel bekend in het paleis.

Toen de kat hoorde dat de koning de volgende dag naar het meer zou gaan, bedacht hij een ander plan om het aanzien van de molenaarszoon te verhogen. De kat zei tegen zijn baasje dat hij in het meer moest zwemmen en zijn kleren moest verbergen. Toen de koets van de koning voorbij kwam, hield de kat de koning tegen en vertelde hem dat zijn meester vastzat in het water omdat een dief zijn kleren had gestolen. Omdat de koning zo dankbaar was voor de patrijzen, waarvan hij dacht dat de molenaarszoon ze gestuurd had, gaf de koning hem enkele van zijn eigen kledingstukken. De koning liet de molenaarszoon meerijden in de koets en stelde hem voor aan zijn dochter, de prinses.

De kat nam ondertussen een voorsprong. Hij kwam voorbij een groot veld en vroeg de mensen daar wie de eigenaar was. De tovenaar, antwoordden ze. De kat zei hun dat als de koning voorbij kwam, ze moesten antwoorden dat het land toebehoorde aan de markies van Carabas. Als ze dat niet zouden doen, dreigde hij ermee dat ze gedood zouden worden. De gelaarsde kat herhaalde hetzelfde aan de eigenaars van een ander groot veld en in een bos. Omdat de gelaarsde kat kon spreken en op twee poten liep zoals een mens, boezemde hij de lokale bewoners angst in. Ze stelden zich dan ook weinig vragen en deden exact wat de kat hen vroeg. Daarna zette de gelaarsde kat zijn tocht verder naar het paleis van de befaamde tovenaar. De kat werd binnengelaten, boog voor de tovenaar en zei dat hij gehoord had dat de tovenaar zichzelf kon veranderen in om het even welk dier, zelfs in een olifant. Ja, zei de tovenaar, en hij veranderde vliegensvlug in een olifant. Zelfs een leeuw, vroeg de kat. Ja, antwoordde de tovenaar en hij demonstreerde opnieuw zijn kunsten. "Maar kleine dieren, een muis bijvoorbeeld... dat gaat je vaardigheid zeker te boven?" zei de kat. De tovenaar veranderde in een muis, de kat twijfelde geen seconde en at hem op.

Even later reden de koning en de prinses in de koets voorbij de grote velden en het uitgestrekte bos. Ze waren erg onder de indruk en vroegen naar de eigenaar. Iedereen vertelde hen dat het land toebehoorde aan de markies van Carabas, de meester van de kat. Toen het drietal bij het kasteel van de tovenaar aankwam, begroette de kat hen alsof het zijn huis en dat van de zoon van de molenaar was. De koning was verbaasd over de grootsheid van het kasteel, het was bijna net zo groots als zijn eigen huis. De prinses verloofde zich niet veel later met de machtige molenaarszoon en toen de koning stierf, volgde de molenaarszoon hem op en werd de gelaarsde kat zijn eerste minister.

  1. Trendelburg en de Rapunzel-toren

Het schilderachtige stadje Trendelburg ligt genesteld langs de rivier de Diemel en ademt een charmante, romantische sfeer uit. Op de burcht in het hart van het stadje kan je de vele sprookjes en legendes herbeleven die met het stadje verweven zijn. Zo kan je hier op zondag een korte voorstelling van Rapunzel bijwonen op de binnenplaats van de vesting bij de "Rapunzel-toren" van het kasteel.

In mei wordt hier een sprookjesfestival gehouden en eind november worden er elk jaar brandende lampionnen ontstoken. Er zijn verschillende rondleidingen over het thema die je hier kan volgen. Onze favoriet is de wandeling langs het betoverende lantaarnpad!

Rapunzel is nog een bekend sprookje van de gebroeders Grimm. Maar ook hier zijn de meeste mensen meer vertrouwd met de Disney-versie en niet met het veel donkerdere origineel. Het verhaal begint met een zwangere vrouw die met haar man naast een ommuurde tuin woont die toebehoort aan een tovenares, dame Gothel. De zwangere vrouw heeft vreemde eetlusten en snakt naar een plant genaamd rapunzel die in de tuin van de tovenares groeit. Ze verlangt er zo hard naar dat ze niets anders meer wil eten en langzaamaan begint ze weg te kwijnen.

Uit angst dat de zwangere vrouw zal bezwijken, breekt de echtgenoot binnen in de tuin om een beetje van het kruid voor haar te halen. Ze eet ervan en verlangt naar meer, dus keert haar man terug. Maar Dame Gothel, de tovenares, betrapt hem en beschuldigt hem van diefstal. De tovenares zegt hem dat hij alles mag meenemen wat hij wil, zolang hij de baby maar aan haar geeft zodra het geboren is. Wanhopig stemt hij toe.

De baby wordt geboren en de man komt zijn belofte na. De tovenares neemt het kleine meisje mee en voedt haar op als haar eigen kind. Ze noemt haar Rapunzel, naar de plant waar haar moeder zo hard naar verlangde. Rapunzel groeit uit tot een bloedmooi meisje met lang, goudkleurig haar. Wanneer ze twaalf wordt, sluit de tovenares haar op in een toren zonder trap of deur, met enkel een raam helemaal bovenaan. De tovenares bezoekt Rapunzel door langs haar lange haren naar boven te klimmen.

Op een dag hoort een passerende prins Rapunzel zingen en hij raakt in vervoering door haar stem. Hij begrijpt echter niet hoe hij tot bij haar kan komen. De prins komt vaak terug om naar Rapunzels mooie stem te luisteren. Wanneer hij op een dag de tovenares ziet langskomen, begrijpt hij hoe ze tot bij Rapunzel komt. Nadat dame Gothel weg is, roept hij Rapunzel om haar haren los te laten en hij beklimt de toren. Het paar wordt verliefd. Al snel vraagt hij Rapunzel ten huwelijk, zij zegt volmondig ja en ze bedenken een plan om Rapunzel te laten ontsnappen. De prins zal elke nacht komen (om te voorkomen dat dame Gothel hen overdag betrapt) en hij zal elke keer een stuk zijde meebrengen dat Rapunzel tot een ladder kan knopen.

Maar voordat ze hun plan kunnen uitvoeren, valt Rapunzel door de mand. In de oorspronkelijke versie uit 1812 vertelt ze zonder na te denken tegen dame Gothel dat haar jurk strakker om haar middel zit (wat duidt op een zwangerschap). In latere versies vraagt ze verstrooid aan dame Gothel waarom het zoveel makkelijker is om de prins naar boven te trekken.

Als de prins die avond langskomt, zit Dame Gothel te wachten. Rapunzel is nergens te bekennen en de prins springt (of valt) van de toren en belandt in een doornstruik. De struik breekt zijn val, maar steekt in zijn ogen en verblindt hem. Jarenlang zwerft hij door de wildernis met een gebroken hart. Op een dag komt hij toevallig op de plek waar Rapunzel woont met een tweeling, een jongen en een meisje, die ze ter wereld heeft gebracht. Hij hoort haar zingen, herkent haar stem meteen en het paar wordt herenigd. Als ze elkaar in de armen vallen, geven haar tranen hem op magische wijze zijn zicht terug. Hij neemt Rapunzel en de tweeling terug mee naar zijn koninkrijk waar ze nog lang en gelukkig leven. In een andere versie van het verhaal leren we dat dame Gothel Rapunzels haar afknipte nadat de prins van de toren viel en haar voor altijd in de toren gevangen hield.

  1. Polle, de thuisbasis van Assepoester

Wie van het verhaal van Assepoester houdt, moet zeker een bezoek brengen aan Kasteel Polle in Polle. Deze burchtruïne prijkt bovenop een rots in een lus van de Weser in het dorpje Polle. De kasteelruïne dateert van rond 1200 en werd voor het eerst schriftelijk vermeld omstreeks 1226. Het zal je niet verbazen dat je er een mooi uitzicht over de Weser hebt.

Liefhebbers van sprookjes zullen het interessanter vinden om te weten dat de gebroeders Grimm zich door deze plek lieten inspireren toen ze het sprookje Assepoester verzonnen. Dit is dus het kasteel van Assepoester! Er loopt een Assepoesterroute rond het kasteel waarop je een kachel, een duiventil en de schoen van Assepoester kan ontdekken. Elke derde zondag van mei tot september om 14.15 uur wordt hier op het kasteeltoneel een Assepoester-toneelstuk opgevoerd. In het gastenverblijf kan je trouwens overnachten in een Assepoester-kamer.

TIP: Je rondreis langs de Sprookjesroute voorbereiden? Bekijk hier onze favoriete verblijven langs de Sprookjesroute.

De vrouw van een rijke heer ligt op haar sterfbed. Ze roept haar enige dochter, Assepoester, bij zich en zegt haar dat ze goed en aardig moet zijn. Niet veel later blaast de vrouw haar laatste adem uit. De weduwnaar trouwt later met een andere vrouw die twee dochters heeft uit een vorig huwelijk. De meisjes zijn bloedmooi, maar hun hart lijkt wel van steen. Ze beledigen hun stiefzus, noemen haar 'Assepoester' (Aschenputtel) en laten haar vodden dragen en huishoudelijke klusjes doen.

Op een dag gaat de vader naar de markt en vraagt aan de drie meisjes welke cadeautjes ze wensen. De stiefzussen vragen om luxueuze dingen, maar Aschenputtel wil alleen het eerste twijgje dat onderweg zijn hoed afklopt. Ze krijgt een hazelaartwijgje en plant het op het graf van haar moeder. Bewaterd door haar tranen, groeit het uit tot een stralende hazelaarboom. Het meisje bidt elke dag drie keer onder de boom en telkens opnieuw wanneer ze dat doet, komt er een witte vogel naar haar toe die wat ze heeft gewenst naar beneden gooit.

De koning kondigt een driedaags feest af en nodigt alle mooie meisjes van het land uit om te komen zodat de prins een bruid kan kiezen. De stiefzusters worden uitgenodigd, maar als Aschenputtel smeekt om mee te gaan, weigert de stiefmoeder omdat ze niets heeft om aan te trekken. Aschenputtel dringt aan, en de stiefmoeder zegt dat ze mag gaan als ze binnen twee uur de linzen opruimt die ze in de as van het vuur heeft gemorst. Met behulp van een troep witte duiven die haar komen helpen als ze een bepaald lied zingt, doet ze dat in minder dan een uur. Maar de stiefmoeder gooit nog meer linzen naar beneden. Ook die ruimt ze in recordtijd op. Toch haasten de stiefmoeder, de vader en de stiefzussen zich zonder haar naar het feest. Aschenputtel blijft huilend achter.

Op het kerkhof wenst Aschenputtel een gouden en zilveren jurk en zijden schoenen. De witte vogel brengt ze meteen. Ze gaat naar het feest en het oog van de prins valt meteen op haar. Na zonsondergang vraagt ze of ze naar huis mag gaan en de prins begeleidt haar. Aschenputtel wil echter niet dat de prins ontdekt dat ze eigenlijk niet van rijke komaf is en ze ontsnapt door in een duiventil te springen en langs de achterkant weg te lopen. Ze keert terrug naar de hazelaar om haar mooie kleren terug te brengen. De tweede dag keert ze terug naar de festiviteiten in nog mooiere kleren en de prins is nog meer betoverd. Deze keer ontloopt ze hem op weg naar huis door in een perenboom te klimmen. Op de derde dag laat de prins, vastbesloten om haar niet uit het oog te verliezen, de trap met pek bedekken. Ze verliest een van haar gouden muiltjes op het pek, maar ontsnapt en is terug in de keuken vooraleer haar vader thuiskomt.

De prins kondigt aan dat hij zal trouwen met het meisje voor wie het gouden muiltje past. De volgende ochtend probeert de prins het muiltje uit bij de oudste stiefdochter. Op aanraden van haar moeder heeft ze haar tenen afgeknipt om het muiltje te doen passen. Het plan lijkt te werken, totdat twee toverduiven de prins vertellen dat er bloed van haar voet druipt. Hij is ontzet door haar verraad en probeert de andere stiefzuster het muiltje aan. Zij heeft haar hiel afgesneden om haar voet erin te krijgen en opnieuw wordt de prins voor de gek gehouden. De duiven komen echter terug en brengen de prins op de hoogte van het verraad. Uiteindelijk keert de prins terug naar het huis waar hij vraagt of er nog een jongedame woont. De vader zegt dat ze wel degelijk een keukenmeid hebben en vermeldt zelfst niet dat het zijn eigen dochter is. Wanneer zij wordt voorgesteld en het muiltje past, herkent de prins haar natuurlijk meteen als de vreemdelinge met wie hij heeft gedanst. De stiefzusters zijn woedend en willen Aschenputtel doden, maar voordat ze haar iets kunnen aandoen, neemt de prins haar mee.

In een latere versie wonen de stiefzussen de bruiloft bij, maar Assepoester roept de duiven op. De vogels vallen de ogen van de twee stiefzussen aan waardoor ze blind worden en voor de rest van hun leven moeten bedelen. De Grimm-versie is niet helemaal het charmante sprookje dat je misschien had verwacht!

  1. Kassel, de sprookjeshoofstad

Kassel ligt op het midden van de sprookjesroute in Duitsland en wordt wel eens de sprookjeshoofdstad genoemd. Het was in deze stad dat de gebroeders Grimm woonden toen ze veel van hun beroemdste verhalen schreven. Ze woonden hier tussen 1798 en 1841 en documenteerden, schreven en herzagen er meer dan 200 sprookjes en legendes die samen hun unieke cultuurschat zouden vormen.

In Kassel moet je zeker eens het Gebroeders Grimm-museum bezoeken! In dit museum kom je meer te weten over het leven en het werk van de broers. Je leert er niet alleen over hun sprookjes, maar ook over hun bijdrage aan het documenteren van de Duitse taal en het opstellen van een Duits woordenboek. Wist je trouwens dat de sprookjes van de gebroeders Grimm opgenomen werden in de UNESCO-werelderfgoedlijst?

Wil je graag de stad Kassel verkennen? Maak onze stadswandeling door Kassel. Tijdens deze wandeling zal je de belangrijkste bezienswaardigheden in Kassel ontdekken. Het is een uitstekende introductie tot de stad die de broers een groot deel van hun leven heeft geïnspireerd.

  1. Göttingen en het Ganzenmeisje

De gebroeders Grimm woonden en werkten tussen 1829 en 1837 in Göttingen als bibliothecaris en hoogleraar aan de Georg August Universiteit. In de historische binnenstad kan je verschillende verwijzingen terugvinden naar de tijd dat de beroemde broers in de stad woonden. In het hart van het oude centrum staat de marktfontein met het standbeeld van het kleine ganzenmeisje. Er wordt gezegd dat zij het meest gekuste meisje ter wereld is.

Zorg ervoor dat je voldoende tijd neemt om de indrukwekkende kerk, vakwerkhuizen en universiteitsgebouwen van Göttingen te verkennen en om kennis te maken met de charmante cafés, leuke winkeltjes en kleine zijstraatjes die deze historische stad te bieden heeft. Elk jaar vindt hier een meerdaags poppentheater plaats waarbij klassieke verhalen en sprookjes nieuw leven worden ingeblazen voor een jong en oud publiek.

Kan je haast niet wachten om deze rondreis zelf te maken? Koop je reisgids Sprookjesroute in Duitsland en ontdek de Duitse sprookjessteden!

Er was eens een weduwe die haar dochter naar een ver land stuurde om er te trouwen. Ze nam een bijzonder, pratend paard, Falada, en een dienstmeisje mee. De koningin gaf de prinses een magisch amulet dat haar zou beschermen zolang ze het droeg.

Het gezelschap reist een tijdje samen en dan krijgt de prinses dorst. Ze vraagt het dienstmeisje om een slok water, maar het dienstmeisje zegt dat ze haar niet langer wil dienen en dat ze zelf water moet halen. De prinses vraagt zich hardop af wat er van haar zal worden, en het amulet dat ze om haar hals draagt antwoordt dat haar moeders liefdevolle hart in tweeën zou breken als ze het zou weten. Na een tijdje krijgt de prinses weer dorst en opnieuw weigert het dienstmeisje te helpen en zegt ze dat ze de prinses niet langer zal dienen. Ze laat de prinses uit de rivier drinken met haar eigen sierlijke handen. Wanneer ze zich over het water buigt, valt haar amulet en drijft het weg.

De dienstmeid maakt gebruik van de kwetsbaarheid van de prinses en beveelt haar om van kledij en paard te wisselen. Het dienstmeisje dreigt de prinses te doden als ze niet zweert om nooit een woord te zeggen over hun identiteitswissel. De prinses gehoorzaamt en belooft hun geheim te bewaren. Het dienstmeisje springt op de rug van de gehoorzame Falada terwijl de prinses het zeurende paard van het dienstmeisje moet bestijgen. Wanneer ze het paleis bereiken, doet de dienstmeid zich voor als de prinses en de echte prinses krijgt de opdracht om de ganzen te bewaken met een jongetje dat Conrad heet. De vermomde dienstmeid beveelt een slachter om Falada te doden zodat het paard haar geheim niet kan prijsgeven. De echte prinses hoort haar plan en smeekt de slachter om Falada's hoofd boven de deur te spijkeren waar zij elke ochtend met haar ganzen langskomt.

De volgende ochtend spreekt het ganzenmeisje het hoofd aan en bekent ze luidop dat de vreugde uit haar leven is verdwenen. Falada's hoofd antwoordt en zegt dat als haar moeder het zou weten, haar liefdevolle hart in tweeën zou breken. Op de ganzenweide kijkt Conrad toe hoe de prinses haar haren kamt en om haar te plagen wil hij een of twee van haar gouden lokken afknippen. Het ganzenmeisje wordt boos en spreekt een toverspreuk uit waardoor er een hevige wind komt opzetten die Conrads hoed wegblaast en ervoor zorgt dat hij niet terug kan keren voordat de prinses klaar is met het kammen van haar haren.

Conrad wordt boos en trekt naar de koning. Hij zegt dat hij geen ganzen meer zal hoeden met het meisje omdat er vreemde dingen gebeuren. De koning is nieuwsgierig en verstopt zich de volgende ochtend om te ontdekken of het verhaal van Conrad waar is. De koning eist dat het ganzenmeisje hem haar verhaal vertelt, maar door de belofte die ze heeft gemaakt, blijft ze zwijgen als de dood. De koning stelt voor dat ze alles aan de ijzeren kachel vertelt. Ze stemt toe, klimt in de kachel en vertelt het verhaal terwijl de koning buiten luistert.

De koning is overtuigd dat de prinses de waarheid heeft verteld en geeft haar koninklijke kledij om aan te trekken. Daarna vraagt de koning aan de valse prinses wat zij zou doen met iemand die zich voordoet als iemand anders. In de klassieke versie vertelt ze de koning dat een leugenaar naakt door de stad moet worden gesleept in een vat met stekels. Zonder dat ze het wist, koos ze toen zelf haar straf. Het dienstmeisje wordt op exact die manier gestraft tot ze sterft. Niet veel later trouwt de echte prinses met de prins en samen regeren ze nog vele jaren over hun koninkrijk.

  1. Schauenburg en de oude hond Sultan

In Schauenburg vind je de Schauenburger Märchenwache. Dat is een museum gewijd aan twee plaatselijke bewoners: Marie Hassenpflug en J.F. Krause. Ze hebben beiden bijgedragen aan de verzameling sprookjes van de Grimms.

Marie Hassenpflug was een Duitse schrijfster die vooral bekend is geworden door haar versies van Roodkapje (Rotkäppchen), Doornroosje (Dornröschen) en Sneeuwwitje (Schneewittchen). Haar geschriften waren belangrijke bronnen voor de latere verhalen van de gebroeders Grimm. Marie Hassenpflug leefde van 1788 tot 1856 en het was waarschijnlijk haar Franse moeder die de verhalen, in de versies van Perrault, aan haar vertelde.

Er was eens een oude hond die Sultan heette. Op een dag zei zijn baasje, een boer, tegen zijn vrouw dat hij Sultan zou doden omdat de oude hond hen niet meer kon beschermen. De hond hoorde alles en bedacht een plan om te bewijzen dat hij wel degelijk kwaliteiten had. Zijn goede vriend, een wolf, had hem verteld dat het echtpaar de volgende dag met hun kind zou hooien. De boer zette het kind dan altijd naast het hooi in een stoeltje. De wolf zei dat hij zou langskomen en het kind zou meenemen waarop Sultan dan de achtervolging moest inzetten. De wolf zou het kind vervolgens loslaten zodat Sultan het kind kon redden en als een echte held naar zijn baasje kon terugkeren. Het plan werkte perfect en de boer was zo dankbaar dat hij zijn vrouw broodsoep liet maken voor de tandeloze hond. Zo hoefde hij zelfs niet meer te kauwen.

De wolf vroeg Sultan in ruil echter om nu en dan door de vingers te zien dat hij een schaap zou stelen, maar Sultan weigerde. Toen de wolf het probeerde, blafte Sultan om zijn baasje te verwittigen. De kwade wolf daagde de hond uit tot een duel om te beslissen wie gelijk zou krijgen. De wolf werd vergezeld van een everzwijn, maar Sultan kon enkel een driepotige kat vinden om hem bij te staan. Wanneer de wolf en het zwijn het duo zagen komen, dachten ze dat de opgeheven staart van de kat een zwaard was. Toen ze opmerkten dat de kat mank liep, dachten ze dat het dier stenen aan het rapen was om hen te bekogelen. De wolf en het everzwijn werden bang en verstopten zich. Toen ze de kat van dichtbij zagen, schaamden ze zich zo hard dat ze zichzelf tot verliezers uitroepten.

  1. Wolfhagen, De wolf en de zeven kleine kinderen

Wolfhagen is nog zo'n vakwerkstadje waar sprookjes en legendes tot leven komen. Het sprookje dat met deze stad gelinkt wordt, is "De wolf en de zeven kleine kinderen". Het sprookje werd vereeuwigd in de vorm van een standbeeld bovenop de sprookjesfontein op het marktplein. Ook in de sprookjeskelder van de gebroeders Grimm in het oude stadhuis wordt naar het sprookje verwezen. Het verhaal werd overgeleverd door de hierboven genoemde familie Hassenpflug.

Een moedergeit laat haar zeven geitjes thuis terwijl ze in het bos op zoek gaat naar voedsel. Voordat ze vertrekt, waarschuwt ze de geitjes voor de grote boze wolf, die zal proberen het huis binnen te sluipen en hen op te eten. Ze zegt dat de wolf zal doen alsof hij hun moeder is om hen ervan te overtuigen de deur te openen. De geitjes moeten niet bang zijn, want ze zullen hun echte moeder herkennen aan haar witte voeten en lieve stem.

Het duurt niet lang vooraleer de zeven geitjes een stem horen aan de deur. "Laat me binnen," zegt de stem, "jullie moeder heeft iets voor ieder van jullie." De norse stem verraadt meteen dat het de wolf is. Hij druipt af en steelt wat honing van de markt om zijn stem te zoeten. Opnieuw horen de geitjes een stem aan de deur, die net hetzelfde zegt, maar de stem klinkt nu precies zo zacht als die van hun moeder. Ze willen net opendoen wanneer het jongste geitje onder de deur kijkt en de grote zwarte voeten van de wolf ziet. De slimme geitjes weigeren de deur open te doen en de wolf gaat weg. Opnieuw bedenkt de wolf een plan. Deze keer gaat hij naar de bakkerij en steelt hij meel. Hij strooit het over zijn voeten waardoor ze wit worden. Hij gaat terug naar het huis van de geitjes en nu laten ze hem, dankzij de lieve stem en de witte voeten, wel naar binnen.

De wolf springt naar binnen en verslindt meteen zes van de geitjes. Het jongste verstopt zich in de staande klok en wordt niet opgegeten. Later die dag komt de moedergeit terug uit het bos. De deur staat wagenwijd open en op één na zijn al haar geitjes verdwenen. Ze is radeloos. Al snel ziet ze de wolf even verderop onder een boom slapen. Hij heeft zo veel gegeten dat hij zich niet kan bewegen. Ze roept het jongste geitje om een schaar, een naald en draad te halen. Ze knipt de buik van de wolf open, en de zes geitjes komen er wonder boven wonder ongedeerd uit. Ze vullen samen het lichaam van de wolf met stenen en de moedergeit naait alles snel weer dicht. Als de wolf wakker wordt, heeft hij dorst en gaat hij drinken uit de rivier. Door het gewicht van de rotsen valt hij in het water en verdrinkt. De geitenfamilie juichde en leefde nog lang en gelukkig.

  1. Sprookjesachtige bergdorp Waldeck

Het sprookjesachtige bergdorp Waldeck ligt aan de rand van het meer Edersee in het Waldekerland. Het zal je dan ook niet verrassen dat je ook hier charmante vakwerkhuizen zal aantreffen en de natuur in de omgeving het decor lijkt van de verhalen die de gebroeders Grimm nalieten. De Edersee wordt bovendien gedomineerd door Schloss Waldeck, een oud ridderkasteel van de graven van Waldeck dat nu dienst doet als een hotel met kuuroord. Echt een bezoekje waard!

Wil je graag overnachten in dit prachtige sprookjeskasteel? Dat kan! Verblijf in de elegante kamers met uitzicht op het meer de Edersee en de omliggende natuurparken van het Schloss Waldeck. Meer info en boeken.

Volgens de legende werd het kasteel gebouwd met instemming van een dwergenvolk dat in deze streek woonde. De graaf van Waldeck beloofde Eck, de machtige koning van de Eder-dwergen, dat het bergachtige gebied rond zijn burcht voor altijd een veilige thuishaven voor de dwergen zou zijn. In ruil daarvoor beloofde de dwergenvorst de kasteelmuren zo goed te beveiligen dat ze nooit zouden vallen en dat hij zijn rijk met hand en tand zou verdedigen.

  1. Niedenstein en Koning Lijsterbaard

In Niedenstein bevindt zich het Kirchberg Homeland Museum, maar toeristen komen hier vooral voor de kasteelruïne van Falkenstein en het verbazingwekkende versterkte dorpje Altenburg, gebouwd op een basaltrots in het pré-Germaanse tijdperk. Altenburg werd voor de christelijke jaartelling verlaten en er zijn sindsdien veel archeologische vondsten gedaan. De ruïnes zijn er nog steeds te zien. In de omgeving werden bovendien ook verschillende prachtige wandelpaden uitgestippeld die absoluut de moeite waard zijn om te verkennen.

Hier in Niedenstein kan je het verhaal van de sprookjeskoning Drosselbart (Koning Lijsterbaard) en zijn eigenzinnige prinses (her)ontdekken. Ook dit is een van de sprookjes die de gebroeders Grimm haalden bij de familie Hassenpflug, maar ook Ludowine Haxthausen en Dortchen Wild waren inspiratiebronnen.

Er was eens een verwende en oppervlakkige prinses die al haar vriendjes minachtte en bekritiseerde. Ze was hooghartig en trots en geen enkele huwelijkskandidaat leek haar goed genoeg. Op een dag is ze enigszins onder de indruk van de laatste van haar vriendjes, maar haar trots laat haar niet toe om met hem te trouwen. Hij is een jonge koning met een volle, puntige baard die haar doet denken aan de snavel van een lijster. Daarom geeft ze hem de misprijzende bijnaam 'Koning Lijsterbaard'. Hij vertrekt woedend.

De vader van de prinses ergert zich aan haar snere gedrag en eist dat ze de volgende dag zal trouwen met de eerste man die naar het paleis komt, of het nu een edelman of een boer is. Een mysterieuze vreemdeling had hun gesprek gehoord.

De volgende dag verschijnt er een jonge minstreel met een gladgeschoren gezicht die de hand van de prinses krijgt aangeboden. Hij is niet helemaal zeker of hij haar hand aanvaardt, want de prinses ziet er niet sterk uit en ze lijkt niet in staat om praktische taakjes te volbrengen. Hij mijmert dat hij niet kieskeurig mag zijn en dus stemt hij toe om met de prinses te huwen. Zij is er fel tegen gekant, maar de koning, die zijn woord heeft gegeven, dringt aan. Ze trouwen en de minstreel neemt de prinses mee naar zijn huis.

Onderweg komen ze langs de prachtige landerijen en eigendommen van koning Lijsterbaard en de prinses krijgt spijt van hoe ze zich gedragen heeft. Het huis van haar gloednieuwe echtgenoot blijkt bovendien alleen geschikt te zijn als varkenstal. Hij behandelt haar alsof ze een gewone burger is en ze is verbolgen dat ze nu moet werken om te kunnen overleven. De prinses moet praktische klusjes doen en aardewerk verkopen, maar dat blijkt te lastig te zijn. Haar man is geërgerd en vertelt haar dat de enige baan die haar nog rest is om te gaan werken in het nabijgelegen kasteel van een jonge koning - koning Lijsterbaard.

De prinses schaamt zich dat ze moet werken in het paleis van een minnaar die ze zo hard verachtte, maar ze beseft dat haar man van haar afhankelijk is om in het huishouden te helpen. Uiteindelijk schuift ze haar trots opzij en wordt ze medelevend zoals ze dat nooit eerder was. Ze gooit zelfs restjes naar de muizen die in hun huis wonen omdat ze beseft dat zij ook honger hebben. Alles gaat goed tot de prinses op een dag ontdekt dat koning Lijsterbaard gaat trouwen. Ze wordt uitgenodigd en stopt haar zakken stiekem vol met eten om dat later mee te nemen naar huis. Wanneer ze in de grote balzaal voor een dans gevraagd wordt, scheuren haar zakken en valt het gesmokkelde eten op de grond. Iedereen lacht luidkeels en de prinses schaamt zich zo hard dat ze de zaal in tranen ontvlucht.

Tot haar grote verbazing helpt iemand haar overeind en vraagt haar waarom ze huilt op haar trouwdag. Het is haar vermomde echtgenoot, de minstreel, die helemaal opgedoft is en koning Lijsterbaard blijkt te zijn. Hij is verliefd op haar geworden, ondanks haar minachtende houding toen ze elkaar pas ontmoetten. Hij heeft haar beproevingen laten doorstaan om haar te genezen van haar trotse en verwende gedrag. Ze schaamt zich voor zichzelf en bedankt hem om haar te leren wat medeleven is. De prinses vertelt dat ze het niet waard is om zijn vrouw te zijn, maar hij vergeeft haar omdat hij ziet dat ze oprecht veranderd is. Ze trouwen opnieuw en haar vader woont het huwelijk bij. Voor het hof vraagt ze haar echtgenoot of hij zijn baard weer wil laten groeien. Vanaf dat moment gaat hij door het leven als Koning Lijsterbaard en ze leven nog lang en gelukkig.

  1. Morschen en Gertrud von Leimbach

Wat verderop vind je Morschen, een andere pittoresk stadje dat een eeuwenlange geschiedenis met zich meedraagt. Hier mag je zeker het Haydau-klooster niet missen. Het is een voormalig cisterciënzerklooster dat tussen de 13e en het begin van de 14e eeuw werd opgetrokken. Tussen het midden van de 16e en de 17e eeuw werd het statige bouwwerk gebruikt als residentie van de landgraaf. Vandaag is het een galerie en er vinden doorheen het jaar verschillende culturele evenementen plaats.

"Armoede en nederigheid leiden naar de hemel" is een verhaal van de gebroeders Grimm dat met deze bestemming op de sprookjesroute wordt geassocieerd. Het verhaal weerspiegelt in meerdere opzichten het leven van Gertrud von Leimbach. Hij was de eerste abdis van het klooster van Haydau. Het is misschien wel het grimmigste Grimm-verhaal van allemaal.

Wil je nog meer pittoreske steden ontdekken langs de Sprookjesroute? Koop onze reisgids Sprookjesroute in Duitsland en mis niets tijdens je rondreis!

De zoon van een koning trok de wijde wereld in. Hij keek omhoog naar de staalblauwe hemel en vroeg zich af hoe mooi en goed het leven in de hemel wel niet moest zijn. De koningszoon zag een arme, grijsharige man komen en hij vroeg hem hoe hij in de hemel kon komen. De man antwoordde: “door armoede en nederigheid”. De arme man zei tegen de koningszoon dat hij zijn oudste kleren moest aantrekken, geen geld mocht aannemen, om medelijden moest vragen en zo zeven jaar lang over de wereld moest zwerven.

Zo gezegd, zo gedaan. De koningszoon trok de wijdse wereld in, doorstond armoede en leed grote ellende. Al die tijd bad hij tot God om hem in de hemel te brengen. Na zeven jaar rondzwerven keerde hij terug naar het paleis van zijn vader, maar niemand herkende hem. Omdat niemand geloofde wie hij was, schreef hij een brief aan zijn moeder waarin hij zijn benarde toestand uiteenzette, maar hij vertelde niet dat hij haar zoon was. De koningin gaf hem een plaats onder de trap en twee bedienden werden aangesteld om hem eten te brengen. De ene bediende was slechtgezind en gaf hem alleen maar water, terwijl de andere eerlijk was en hem genoeg eten en drinken bracht om te overleven.

Geleidelijk aan werd hij zwakker en zieker. Toen hij voelde dat hij niet lang meer te leven had, vroeg hij om het laatste sacrament te mogen ontvangen. Terwijl de hostie in de kapel beneden werd uitgedeeld, begonnen alle klokken van de stad te luiden. Na de mis ging de priester naar de arme man onder de trap, maar hij was al gestorven. In zijn ene hand hield hij een roos, in de andere een lelie, en naast hem lag een stuk papier met daarop zijn hele levensverhaal uitgeschreven. Toen de koningszoon begraven werd, groeide er aan de ene kant van het graf een roos en aan de andere kant een lelie.

  1. Rotenburg an der Fulda en de Kikkerprins

Rotenburg an der Fulda telt heel wat interessante historische bezienswaardigheden en wordt dan ook niet zomaar de parel van de Fulda genoemd. De stad ligt genesteld aan het smalste deel van de rivier de Fulda en wordt omgeven door een beboste bergketen. De typische, middeleeuwse vakwerkhuizen zorgen ook hier voor een sprookjesachtige sfeer.

De hoogtepunten van Rotenburg an der Fulda zijn het renaissancekasteel, het barokke stadhuis, een 17e-eeuwse sluis, een oud joods badhuis dat tegenwoordig een museum is en doorheen de stad liggen nog verschillende opmerkelijke kerken en andere musea verspreid. In Rotenburg an der Fulda duik je in het verhaal van "De Kikkerprins".

Er was eens een verwende prinses die tijdens het spelen een gouden bal in een vijver had laten vallen. Een kikker haalde de bal voor haar uit het water en zei dat hij in ruil daarvoor wou dat ze van hem houdt en hem beschouwt als een echte metgezel en speelkameraad. Ze moet hem naast haar aan tafel laten zitten, uit haar gouden bord laten eten, uit haar beker laten drinken en in haar bed laten slapen. Ze gaat akkoord en de kikker geeft de bal terug.

Wanneer de kikker meegaat naar huis, wil de prinses haar deel van de afspraak niet nakomen, maar haar vader dringt aan om dat wel te doen. De prinses wordt boos wanneer de kikker in haar bed wil komen en ze gooit hem met al haar kracht tegen de muur. Wanneer de kikker neervalt, is de betovering die over hem was uitgesproken verbroken. Hij verandert in een prins met mooie, vriendelijke ogen. Ze gehoorzaamt aan haar vader en de prins wordt haar geliefde metgezel en echtgenoot. In latere en bekendere versies wordt de kikkerprins van de betovering verlost met een kus, maar dit is de oorspronkelijke versie van de gebroeders Grimm.

  1. Homberg, Kleine broer en zus

Bezoek Homberg en breng wat tijd door op het marktplein waar je opnieuw de typische houten vakwerkhuisjes kan bewonderen. Nadien moet je zeker de wandeling maken naar het kasteel Hohenburg op de heuvel boven de stad. Dit kasteel kan uitpakken met de diepste met baksteen beklede waterput van Duitsland, maar het scoort vooral met het onklopbare uitzicht op de omgeving.

Overweeg ook een verkenningstocht door de kronkelige steegjes van Homberg en leer bij over de geschiedenis van de stad door opmerkelijke monumenten zoals de Dörnbergtempel, de Poedertoren en de Nieuwe Poort te bezoeken. Op een fontein op het marktplein staat een standbeeld de ‘kleine broer en zus', een verhaal dat via Marie Hassenpflug bij de gebroeders Grimm terechtkwam.

Er waren eens een broer en zus die van huis wilden weglopen omdat ze werden mishandeld door hun stiefmoeder, een boze heks. De stiefmoeder had hun plan ontdekt en betoverde daarom alle waterbronnen in het bos. Eenmaal in het bos krijgt de broer dorst en hij haast zich naar een bron om er te drinken, maar de zus hoort de bron fluisteren dat wie van het water drinkt een tijger zal worden. Ze kan haar broer net op tijd stoppen. Wanhopig gaan ze op zoek naar een andere waterbron. Wanneer ze een nieuwe vinden, hoort de zus opnieuw gefluister dat wie ervan drinkt in een wolf zal veranderen. Opnieuw houdt ze haar broer tegen. Bij de derde bron op hun pad vertelt de bron dat wie van het water drinkt een hert zal worden, maar het is te laat. De broer heeft al van het water gedronken en verandert inderdaad in een hert.

De kinderen weten niet wat ze moeten doen, maar besluiten uiteindelijk om voor altijd in het bos te blijven wonen. De zus zorgt goed voor haar broer en bindt een gouden ketting om zijn nek. Ze leven enkele jaren gelukkig in een huisje in het bos tot ze op een dag worden opgeschrokken door een jachtpartij. Het is de koning zelf die het bijzondere hert had zien lopen en het dier gevolgd had. Wanneer hij bij het huisje komt en het knappe zusje ziet, vraagt hij haar onmiddellijk ten huwelijk, en zij zegt ja. Het meisje wordt koningin en gaat samen met haar broer in het paleis wonen.

De tijd verstrijkt en de koningin krijgt haar eerste kindje, een zoon. De boze stiefmoeder van de broer en zus komt te weten dat de kinderen nog in leven zijn en ze bedenkt een plan. Ze spreekt een spreuk uit over haar eigen dochter waardoor ze exact op de jonge koningin lijkt. Op een nacht sluipt de stiefmoeder vervolgens naar het paleis, ze doodt haar stiefdochter en legt haar eigen dochter in het bed van de vermoorde koningin. De koning ontdekt dat er iets mis is wanneer hij opmerkt dat de geest van de echte koningin drie opeenvolgende nachten het bed van haar baby bezoekt. Het boosaardige plan wordt ontmaskerd en de koningin komt weer tot leven wanneer de koning haar omhelst. Hij verbant de vermomde stiefdochter naar het bos waar ze wordt verscheurd door wilde dieren en de stiefmoeder wordt verbrand op de brandstapel. Precies op het moment van haar dood verandert de broer weer van een hert in een mens. De familie wordt herenigd en leefde nog lang en gelukkig.

  1. Mis niets en download onze gratis reisgids Sprookjesroute Duitsland

Wil je niets missen tijdens je vakantie langs de Sprookjesroute Duitsland? Goed nieuws, want wij deden alvast al het opzoekingswerk voor jou. Koop onze reisgids Sprookjesroute Duitsland met meer dan 70 bezienswaardigheden + volledig uitgewerkte rondreis. Eerst uitproberen? Download alvast je gratis preview reisgids Sprookjesroute Duitsland en ga op pad!

Sprookjesroute Duitsland

Gratis reisgids Sprookjesroute Duitslan downloaden

Wil je elke week leuke reistips en voordelen ontvangen?